Het valt mij op dat er deze dagen veel wordt geschreven en gepraat over de Post-Corona wereld. Met als startpunt: hoe gaan we onze maatschappelijke systemen veranderen dat we meteen alle dingen die wij verkeerd vinden in de wereld, oplossen. Het getuigt van weinig realisme om te denken dat de wereld er Post-Corona fundamenteel anders uitziet dan de wereld Pre-Corona.
Natuurlijk zullen we andere gedragingen zien, zoals meer afstand houden, een tijdje geen handen schudden en een veranderende mobiliteit. Maar het oplossen van het klimaatprobleem, de negatieve effecten van de globalisering, inkomensongelijkheid, het gebrek aan vrijheid en veiligheid, de oorlogen, vluchtelingen, het gebrek aan saamhorigheid en solidariteit; zullen niet door de maatregelen van de Corona-crisis worden opgelost. Terwijl iedereen ziet en begrijpt dat onze huidige kapitalistische maar ook democratische systeem niet meer voldoet. Het is het minst slechte systeem dat we kennen, om Winston Churchill te parafraseren. Maar de roep om verandering klinkt luidt. Niet alleen bij de bevolking, ook bedrijven zijn bezig om het anders te doen.
Zeker de grotere bedrijven zitten gevangen in een ‘chatch-22’, een groot deel van de aandeelhouders willen winst maximalisatie, het bedrijf zelf wil resultaat optimalisatie om het voortbestaan zeker te stellen (zover dat kan). Dus alles wat kan, wordt ook gedaan, ook als het moreel en ethisch niet altijd juist is. Denk bijvoorbeeld aan de legale belastingontwijking. Toch zien we bij steeds meer bedrijven een evolutie ontstaan. De evolutie naar een hoger doel dan winstmaximalisatie. Een groei naar het doen wat juist is. En ja soms echt alleen voor de bühne, maar steeds meer omdat de mensen binnen bedrijven begrijpen dat de wereld moet veranderen en ondernemingen hier een maatschappelijke verantwoordelijkheid in heeft.
Maar hoe komt een bedrijf uit de Catch-22? Hoe krijgt een bedrijf de juiste aandeelhouders die gaan voor de lange termijn? Hoe creëert een bedrijf met hun producten en diensten niet alleen een economische meerwaarde, maar ook een maatschappelijke waarde? Hierop is wat mij betreft maar 1 antwoord op mogelijk, Impact Waarderingen: het meten van de positieve en negatieve impact van een bedrijf op de maatschappij.
Overheden zijn hier al langer mee bezig: sturen op welzijn in plaats van welvaart. Al in 2009, tijdens de financiële crisis is de OECD bezig om in kaart te brengen wat welzijn dan is en hoe dit te meten. Twee jaarlijks wordt de welzijnsmonitor gepubliceerd. Er zijn al overheden die welzijn gebruiken om hun land te sturen (IJsland, Nieuw Zeeland, Schotland).
Bij bedrijven zien we dezelfde ontwikkeling. Er zijn bedrijven die hun maatschappelijke Impact meten (DSM, NS, Philips), hierop sturen en deels ook rapporteren. Deze bedrijven zijn ook economisch succesvol, maar beschouwen de meting van hun integrale waarde als hun totaal resultaat. Resultaat voor de aandeelhouders en voor de maatschappij. Het denken in termen van maatschappelijke waarde is de manier om de transitie die we nodig hebben om naar een meer maatschappelijker systeem te komen, te stimuleren.
Ons kapitalistisch systeem kan niet door 1 bedrijf of overheid veranderd worden. En waarin het systeem dan veranderd moet worden is niet duidelijk. Maar we zien zowel bij overheden als bedrijven de wil om te veranderen. Voor een overheid begint dit met het meten van welvaart en maatschappelijke effect berekeningen van beleid. Voor bedrijven begint dit met het meten en sturen op de maatschappelijke impact van producten, projecten, afdelingen of zelfs hele bedrijfsvoering. Dit zou ook een integraal onderdeel van de bedrijfsresultaten moeten worden, zoals een onderzoeksteam uit Harvard Universiteit aan het onderzoeken is.
Meer weten over het waarom en hoe van het managen van maatschappelijke waarderingen? Download de whitepaper op https://empact.nu/whitepaper-landingspagina