De komst van het nieuwe kabinet, met daarin twee natuurkundigen en een minister voor Klimaat en Energie, biedt perspectief voor een Nederland waarin we met meer oog voor de natuur samenleven. Dit geldt niet alleen voor het HR-beleid achter de nieuwe regeringsploeg. Ook de beleidsplannen, die terug te lezen zijn in het regeerakkoord, zijn in ieder geval reden tot hoop voor een duurzame toekomst. Een belangrijk aspect van de plannen is het makkelijker maken van duurzaam ondernemen, ook voor mkb’ers. Wat zijn de plannen van Rutte IV die kansen bieden voor duurzame bedrijven? En mogen we hopen dat deze groene plannen dit keer wel echt werkelijkheid worden?
Ambitieuze doelen
Positief is dat het nieuwe kabinet de langetermijndoelen voor het reduceren van de CO2-uitstoot behoorlijk naar boven heeft bijgesteld. Dat moest ook wel, want dit doel stond op 49% reductie in 2030, terwijl Nederland als EU-land zich dient te committeren aan de 55% die met de Green Deal is afgesproken. Met de doelstelling van 60% reductie in 2030, wil Nederland zelfs voorop lopen met het haar klimaatwet. Ook na 2030 wil Nederland ambitieus doorgaan, door te streven naar 70% in 2035 en 80% in 2040. Uiteraard moet de routekaart voor de komende 18 jaar nog worden uitgewerkt, maar voor duurzame bedrijven is het goed om te weten dat de doelen van de overheid (in ieder geval op papier) in lijn liggen met die van zichzelf.
Zijn deze doelen ook haalbaar?
Bij Empact geloven we dat het creëren van een duurzame toekomst geen kwestie is van mooie praatjes, maar van doen. En dat begint inderdaad met het stellen van doelen, maar dan moeten deze wel realistisch zijn en passen bij de middelen die je tot je beschikking hebt. Wat dat betreft zit er nog wel een behoorlijk gat tussen de beloftes en de middelen die worden vrijgemaakt om deze waar te maken. De meeste experts zijn het erover eens dat zo’n 2 tot 5% van het BNP jaarlijks geïnvesteerd dient te worden om in 2050 klimaatneutraal te worden. Voor Nederland heb je het dan dus over 16 tot 40 miljard euro per jaar; veel meer dan begroot wordt door dit kabinet. Wij twijfelen dus nog aan de haalbaarheid van deze doelen.
CO2-beprijzing
Om de klimaatdoelen te behalen, grijpt het kabinet naar de wortel en de stok. Ofwel: financiële stimulering van duurzame investeringen en lastenstijgingen voor vervuilers. Onder die eerste valt onder meer het klimaat- en transitiefonds, waaruit de komende 10 jaar 35 miljard euro beschikbaar moet komen voor verduurzaming. Een belangrijke lastenverzwaring voor vervuilers wordt een extra heffing op de uitstoot van CO2. Via het Europese emissiehandelssysteem (ETS) is al geregeld dat bedrijven betalen per ton CO2 die ze uitstoten, maar het bedrag dat ze moeten betalen wordt dus door het kabinet verhoogt. De opbrengsten van deze extra belasting zullen terugvloeien in het klimaatfonds. Op deze manier krijgen duurzame ondernemingen dus niet alleen te maken met lagere kosten dan hun nog niet zo duurzame concurrenten, maar kunnen ze hun eigen transitie ook nog eens voordeliger financieren.
Steun voor mkb
Interessant is dat in het regeerakkoord niet alleen de industrie en de grote bedrijven aan bod komen, maar dat ook het mkb expliciet steun wordt toegezegd. Zo zal er gezorgd worden voor ‘inzicht en advies over de stappen die het mkb kan zetten’ en worden verduurzaming gestimuleerd en regelingen versimpeld. Tevens wordt toekomstig beleid getoetst op de effecten op het mkb. Wat dit concreet zal betekenen moet de komende jaren blijken, maar de beloftes zijn er. In ieder geval zullen regelingen als de Subsidieregeling Verduurzaming MKB (SVM) eerder worden uitgebreid dan worden afgebouwd. Een goede zaak, maar het is dus nog even afwachten of het kabinet ook de daad bij het woord zal voegen.
Emissiereductie mobiliteit en transport
Niet alleen in de industrie en het bedrijfsleven moet de uitstoot flink omlaag, ook de mobiliteits- en transportsector moet flink verduurzamen van het kabinet. Ook op dit gebied krijgt het beleid handen en voeten door financiële prikkels. Zo komt er (op EU-niveau) hoogstwaarschijnlijk een belasting op kerosine, en worden investeringen in de ontwikkeling en productie van synthetische kerosine en duurzaam vrachtverkeer gestimuleerd. Voor bedrijven zal dit onder meer betekenen dat lokaal inkopen interessanter wordt ten opzichte van importeren uit Azië of Zuid-Amerika, omdat transportkosten eerder zullen stijgen dan dalen. Ook zal het de komende jaren aantrekkelijker worden om samen te werken met transportbedrijven met een elektrische vloot, of om zelf te investeren in elektrische vrachtwagens, ook omdat de infrastructuur (laadpalen) zal worden aangepakt door de nieuwe regering.
Investeringen in nieuwe technologieën
Het grootste deel (22 miljard) van de eerder genoemde 35 miljard euro in het klimaat- en transitiefonds, wil het kabinet besteden aan de verduurzaming van de industrie. 7 miljard zal worden besteed aan infrastructuur, zoals de aanleg een veel zwaarder elektriciteitsnet, terwijl 15 miljard is vrijgemaakt voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals waterstof. Dit laatste is met name goed nieuws voor grote projecten in Hydrogen Valley Groningen, maar ook kleinere ondernemingen met goede waterstofideeën zullen hier de vruchten van plukken. En uiteraard zullen alle bedrijven die straks grondstoffen afnemen bij fabrieken die draaien op waterstof profiteren van kostenverlagingen, maar dan zitten we wel al wat verder in de toekomst.
We kunnen dus concluderen dat het nieuwe kabinet op papier er zeker voor gaat zorgen dat duurzaam ondernemen makkelijk wordt. Of deze plannen ook zullen leiden tot de gewenste resultaten, zullen de komende jaren uitwijzen.