Veel bedrijven hebben moeite met het goed in kaart brengen van hun scope 3 emissies, en hier transparant over te rapporteren. Dat ook grote bedrijven en organisaties hiermee worstelen, bleek uit een grondige analyse van het NewClimate Institute in opdracht van Milieudefensie. Bedrijven actief in de oliesector lijken te vergeten dat de brandstof die ze helpen vinden en transporteren ook verbrand gaat worden. Kunstmestproducenten lijken niet te beseffen dat de N2O die vrijkomt bij het gebruik ook een broeikasgas is. En financiële instellingen nemen de gebrekkige analyses van hun kredietnemers vaak geheel over, zonder de missende emissies te meten of zelfs maar te schatten. Het in kaart brengen van scope 3 emissies wel heel belangrijk, gemiddeld ligt 80% van de CO2-uitstoot die nodig is om een product te leveren, in de waardeketen van een organisatie. Het is belangrijk dat je weet wat je moet meten, en dat je dit zorgvuldig doet. In dit artikel helpen we je op weg.
Wat zijn scope 3 emissies?
Wanneer je de uitstoot van een organisatie in kaart gaat brengen, dan doe je dat op drie niveaus: scope 1, 2 en 3. Bij scope 1 gaat het om de directe uitstoot van een organisatie; bij scope 2 om de indirecte uitstoot door de inkoop van energie (denk aan de opwekking van elektriciteit); en bij scope 3 ga je kijken naar de indirecte uitstoot van je activiteiten door onder meer leveranciers, klanten en investeerders. Vanzelfsprekend is het in kaart brengen van scope 3 het meest complex, te meer als je bedenkt dat je bijvoorbeeld ook de scope 3 emissies van leveranciers moet meenemen, en dus ook de scope 3 emissies van de leveranciers van je leveranciers. Toch bevindt het leeuwendeel van de uitstoot van de meeste bedrijven zich in scope 3, en is het dus van groot belang hier een goed beeld van te vormen. Dit nauwkeurig worden gedaan aan de hand van de richtlijnen van het Greenhouse Gas Protocol.
Scope 3: upstream en downstream emissies
In onderstaande afbeelding is weergegeven welke uitstootbronnen per scope van belang zijn. Wanneer we kijken naar Scope 3 emissies, dan zijn deze onderverdeeld in upstream (stroomopwaartse) en downstream (stroomafwaartse) bronnen. Bij stroomopwaartse emissies gaat het om emissies van activiteiten die plaatsvinden in de keten voordat het product geproduceerd wordt. Denk aan de uitstoot van leveranciers en uitstoot tijdens het transport van grondstoffen en halffabricaten. Met stroomafwaartse emissies bedoelen we de uitstoot na de productie. Denk aan de uitstoot bij het gebruik of bewerking van het product. Zie voor een overzicht van de 15 belangrijkste emissiebronnen in scope 3 de tabel hieronder.
Upstream emissies | Downstream emissies |
1. Ingekochte goederen en diensten | 9. Downstream transport en distributie |
2. Kapitaalgoederen | 10. Verwerking van verkochte producten |
3. Brandstof- en energie gerelateerde activiteiten (niet opgenomen in scope 2 en 3) | 11. Gebruik van verkochte producten |
4. Upstream transport en distributie | 12. End-of-life behandeling van verkochte producten |
5. Afval van operationele activiteiten | 13. Downstream geleasede activa |
6. Zakenreizen | 14. Franchises |
7. Woon-werkverkeer medewerkers | 15. Investeringen |
8. Upstream geleasede activa |
Scope 3 ketenanalyse maken: identificeren en uitsluiten
Het maken van een scope 3 ketenanalyse bestaat vervolgens uit het berekenen van de uitstoot voor minstens alle 15 scope 3 activiteiten. Dit begint bij het identificeren en uitsluiten van bronnen, volgens de principes van relevantie, consistentie en transparantie. Bedrijven die bijvoorbeeld niet werken met franchises of leasecontracten, kunnen dit aantonen en hoeven hier ook niet over te rapporteren. Ook mag je niet-materiële emissies uitsluiten. Dit zijn emissies die te verwaarlozen zijn in relatie met de bedrijfsactiviteiten, zoals de uitstoot van de productie van een koffiemachine in de kantine van een staalbedrijf of de inhuur van een ESG-consultant als Empact om je te helpen bij het vaststellen van scope 3. Emissies die waarschijnlijk een groot deel van de totale scope 3 uitstoot uitmaken, moeten nadrukkelijk wel worden meegenomen in de analyse.
Stappenplan vaststellen scope 3 uitstoot
- Voer een scope 1 en 2 uitstoot meting uit.
- Identificeer scope 3 emissies.
- Stel grenzen en sluit niet-materiële uitstoot uit.
- Verzamel gegevens en beoordeel de gegevens op kwaliteit. Screen daarnaast waardeketens om emissies te identificeren. Gebruik primaire en secundaire gegevens om de uitstoot van broeikasgassen te berekenen.
- Gebruik de richtlijnen van het GHG Protocol om emissies per categorie te berekenen.
- Allocatie uitstoot van waardeketen naar eigen organisatie.
- Reductiedoelen instellen en emissieprestaties bijhouden.
- Externe verificatie door auditor (optioneel).
- Rapporteren en publiceren.
Begin direct met het kaart brengen van jullie waardeketen
Het in kaart brengen van alle scope 3 emissies is (samen met scope 1 en 2) een eerste stap bij het verkleinen van jullie CO2-voetafdruk en het optimaliseren van. Bovendien maak je het de bedrijven in je organisaties waar je mee samenwerkt op die manier eenvoudiger zelf een scope 3 analyse uit te voeren. Daarnaast ben je door nu al te beginnen klaar voor toekomstige wetgeving die deze analyses verplicht zal stellen. Meer weten over het managen van jullie waardeketen? Kijk dan ook eens hier of neem vrijblijvend contact op.