Met de CSRD krijgen veel Nederlandse ondernemers vanaf 2024 te maken met nieuwe regels uit Brussel. Hoewel de nieuwe wetgeving niet direct betrekking heeft op het verbeteren van de MVO- of ESG-prestaties van je bedrijf, zal het een niet te onderschatten effect hebben op de bedrijfsvoering van iedere grote onderneming. Transparant zijn over concrete prestaties en strategisch beleid wordt vanaf nu namelijk een harde eis van de wetgever. In dit artikel leggen we kort uit wat de nieuwe wetgeving inhoudt en staan we stil bij de beoogde effecten van de regelgeving en de relatie met andere duurzaamheidswetgeving, zoals als de IMVO-wet. Daarnaast laten we zien hoe bedrijven hier mee dienen om te gaan en hoe zij hier voordeel uit kunnen behalen.
De CSRD in een notendop
Ieder bedrijf met meer dan 250 medewerkers en een omzet van meer dan 50 miljoen per jaar (of een balanstotaal van meer van 25 miljoen), wordt met de CSRD verplicht vanaf boekjaar 2024 jaarlijks extern rapporteren over hun maatschappelijke impact. Deze rapportage dient bovendien door een externe auditor te worden goedgekeurd. Daarbij moet het rapport in een bepaald data-formaat (ESEF) worden gepubliceerd, zodat het in een centrale openbare Europese database kan worden opgenomen.
ESG staat centraal
Centraal in de CSRD staan de ESG-prestaties. De facto vervangt ESG hiermee het CSR- of MVO-beleid van ondernemingen. Waar ESG voorheen met name als een vertaalslag van het MVO-beleid voor de financiele sector werd gezien, komt ESG als paradigma op het gebied van duurzaamheid nu centraal te staan. Daarbij wordt ESG door de CSRD tevens op een strategische manier gepositioneerd binnen de bedrijfsvoering.
European Sustainability Reporting Standards
De CSRD is uitgewerkt door de EFRAG in de zogenaamde ESRS-en: European Sustainability Reporting Standards. Dit zijn 12 uitgewerkte richtlijnen die invulling geven aan de verplichte CSRD-rapportage. Deze uitgewerkte richtlijnen moeten formeel nog worden goedgekeurd door de Europese Commissie, maar dat mag beschouwd worden als een formaliteit (want de goedkeuring wordt via een ‘delegated act’ gegeven). Ondernemingen kunnen nu dus aan de slag met deze 12 richtlijnen.
Naast algemene informatie over de bedrijfsvoering (in de CSRD heet dit ESRS 1 en 2), dient met de ESRS gerapporteerd worden over Environment (5 richtlijnen), Social (4 richtlijnen) en Goverance (1 richtlijn). In totaal omvat de rapportagestandaard een maximum van 82 ‘Disclosure Requirements’ en 1.144 datapunten. Niet over alles moet door alle bedrijven worden gerapporteerd; naast de algemene informatie, is ESRS E1 (over klimaatverandering) en een deel van ESRS S1 (over eigen medewerkers) voor alle bedrijven verplicht.
Of een individuele richtlijn invulling behoeft, wordt bepaald op basis van de belangrijkheid (materialiteit) van een onderwerp voor een onderneming. Zo zal biodiversiteit (ESRS E4) voor een bedrijf in de voedselketen belangrijker zijn dan voor een advocatenkantoor. En een onderneming met productielocaties in lage loonlanden zal conform ESRS S2 moeten rapporteren, terwijl een onderneming met veel economische activiteiten in landen waar corruptie een groot risico is op ESRS G1 transparant moet zijn. Verder worden er nog aanvullende rapportage-eisen gesteld aan bedrijven die in risico- of impactsectoren actief zijn. Een eerste versie van deze aanvullinde eisen wordt medio 2023 verwacht (zie kader).
Ondernemingen in sectoren met een hoog duurzaamheidsrisico of een hoge impact, krijgen additionele rapportage-eisen. De sectoren zijn door de EU benoemd in de Verordening (EG) nr. 1893/2006 sectie A tot en met H en afdeling L van bijlage I. Het gaat om de sectoren: – Textiel, accessoires, schoeisel, sieraden; – Eten en drinken; – Landbouw, bosbouw en visserij; – Motorvoertuigen en wegvervoer; – Mijnbouw en kolenwinning; – Olie en gas; – Energieproductie en nutsvoorzieningen. |
CSRD maakt ESG strategisch
De CSRD draait niet enkel om het transparant maken van de ESG-prestaties van een onderneming. Minstens zo belangrijk is het rapporteren over de ESG-strategie die een onderneming heeft ontwikkeld en de manier waarop deze strategie wordt uitgevoerd. Zo zijn ook de ESRS-standaarden vormgegeven: Governance, Strategie, Risico management & Kansen en Impact, KPI’s en de doelstellingen. Dit gaat onder meer over het betrekken van stakeholders, de verwachte cashflow-ontwikkelingen gerelateerd aan ESG, het risico-identificatie proces, de transparantie over de toeleveringsketen, de CO2-reductiedoelen in absolute cijfers, de acties die hierbij horen, de toelichting hierop, de vertaalslag naar de beloning van C-level, en de toekomstige plannen voor (het verbeteren van) de ESG-prestaties.
Het vernieuwende van dit rapportagekader is dus dat een onderneming niet alleen moet rapporteren over haar ESG-prestaties voor de rapportageperiode, maar ook een ESG-strategie dient te ontwikkelen voor de korte, middellange en lange termijn, inclusief bijhorende mijlpalen en doelstellingen. Directies worden dus verplicht een strategische aanpak te creëren voor (veel) betere ESG-prestaties tot in ieder geval 2030 en in sommige gevallen zelfs tot 2050. In 2021 schreven we al dit blog hierover.
Tot welke veranderingen in de bedrijfsvoering de CSRD daadwerkelijk zal leiden is lastig te voorspellen, maar de trend is duidelijk: meer openheid leidt uiteindelijk betere ESG-prestaties over de gehele linie. En dat is waar de Europese Commissie ook op reken. De verbinding met andere wetten en beleidsterreinen zijn legio. Een aantal belangrijke:
- De Green Deal is geen wet maar EU-beleid dat in alle relevante wetten wordt geïmplementeerd. De Green deal is daarbij tevens aanjager van nieuwe wetten, zoals de CSRD.
- De IMVO-wet is inmiddels in Nederland veel besproken, in Europa heet deze wet de CSDDD en gaat over fatsoenlijk zakendoen, met name in de leveranciersketen.
- De EU Taxonomie maakt duidelijk welke activiteiten wel en niet duurzaam mogen heten, op grond van hun wetenschappelijk getoetste bijdrage aan het voorkomen van klimaatverandering of het beperken van de gevolgen ervan (adaptatie).
- Daarnaast wordt er in de uitwerking van de CSRD in de ESRS nadrukkelijk verbinding gemaakt met internationale standaarden als de TFCD, SASB van de ISSB & IFRS, GRI- transparantie richtlijnen, OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights.
Vanuit de wetgever wordt, zoals inmiddels duidelijk mag zijn, niet meer vrijblijvend naar ESG of MVO gekeken. Er wordt van bedrijven nu geëist dat ze positieve impact gaan sturen. Het idee is dat als gevolg hiervan worden de ondernemingen van de toekomst niet alleen duurzamer worden, maar ook vaster een veerkrachtiger (Engels: resilient). Vanuit de wetenschap komt er steeds meer bewijs dat een bedrijf dat strategisch omgaat met hun ESG, ook financieel beter presteert; dit maakt bijvoorbeeld dit onderzoek van de Stern NewYork Universiteit uit 2022 duidelijk.
CSRD als manier om naar een veerkrachtige bedrijfsvoering te komen
Door veel bedrijven wordt ESG al enige tijd als een risico-mitigatie tool gebruikt. Het in kaart brengen van de negatieve effecten van de bedrijfsvoering en op basis hiervan een risicoanalyse te maken, is logischerwijs ook de eerste stap bij het implementeren van de CSRD. Zeker als we in ogenschouw nemen dat ESG vanuit de financiële sector is ontwikkeld; risicomanagement is inherent aan de financiele kant van de bedrijfsvoering. Het benaderen van de CSRD als een risico-managementtool brengt bovendien een bepaalde mate van vertrouwdheid met zich mee. We kennen deze benadering immers al en breiden de scope nu uit naar de maatschappelijke kant: E, S en de G. Bij Empact noemen we dit het ‘compliance paradigma’ en is in feite de eerste fase van ESG-volwassenheid van een onderneming.
De inzichten die de CSRD-exercitie oplevert zullen in bestuurskamers in een breder perspectief geplaatst moeten worden om de volle waarde ervan te kunnen benutten. Deze inzichten kunnen een leidende rol gaan spelen bij tactische en strategische vraagstukken. Denk aan de beslissing voor nieuw productielocatie waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachten verandering van het klimaat. Of denk aan de vraag in hoeverre een lange leveranciersketen nog houdbaar. Maar ook de meer strategische vragen over PMC’s (productmarktcombinaties) en businessmodellen. Ik blijf hier bewust redelijk abstract, want voorbeelden simplificeren deze inzichten in mijn ogen te veel. Neem vooral contact op voor diepgaande voorbeelden en een uitgebreide uitleg.