Impact investment groeit snel. Waarom? Wat zijn de ontwikkelingen? En hoe draagt dit bedrijfsmodel bij aan de transitie naar een duurzame en inclusieve samenleving? In 6 artikelen belichten we de ontwikkelingen, kansen en risico’s van Purpose & Impact investment. Dit is het zesde artikel.
Door Martin de Jong en Anne Rademaker. Dit artikel is eerder gepubliceerd op: Portaal Duurzaam Financieel.
Environmental Social Governance (“ESG”) disclosures alleen gebruiken om te voldoen aan regels is een gemiste kans. Waarom ESG niet strategischer positioneren? Dit ondersteunt de purpose en duurzame strategie van een bedrijf. Bovendien creëert het een betere ESG-rating, wat relevant is voor investeerders. Als ESG in de kern van een bedrijf wordt gepositioneerd, wordt automatisch langetermijnwaarde gecreëerd en ontstaat de behoefte aan betere ESG-prestaties. Impactmeting en -waardering maken dit mogelijk door kwantitatieve, vergelijkbare informatie te creëren in plaats van simpelweg ‘vinkjes zetten’.
ESG investeren heeft impactmeting nodig
ESG-disclosure wordt al lang gezien als ‘compliance’. De afdeling Investor Relations van bedrijven moest ‘het vakje aanvinken’, aangezien de financiën, strategie en vooruitzichten de belangrijkste zorgen van investeerders zijn. En ja, dit is nog steeds het geval, maar de tijden veranderen. Werknemers eisen een purpose met maatschappelijke impact, klanten straffen merken af die niet goed handelen, wereldwijd worden regelgevingen op alle ESG-onderwerpen ingevoerd, en vele andere ontwikkelingen tonen aan dat ESG in de kern van bedrijven moet zitten. Vooral omdat ESG-beleggen nu mainstream is geworden onder institutionele beleggers. Daarmee wordt ESG-disclosure een strategisch onderwerp voor het bedrijf. Dit is het moment om vooruit te gaan en ESG-disclosure te gebruiken als een kans in plaats van als compliance of zelfs een risico (zie artikel 2 van deze serie). In dit artikel verkennen we de volgende fase van ESG-beleggen en hoe impactmeting en -waardering passen in de ESG-beoordeling.
ESG: Van een ‘vinkjes zetten’-activiteit naar een kerncompetentie van het bedrijf
In augustus 2020 publiceerde het CFA Institute een conceptstandaard voor de openbaarmaking van de ESG-prestaties van beleggingsproducten, omdat zij de noodzaak hiervan erkenden. Het is slechts een van de vele ontwikkelingen in de afgelopen 2-3 jaar die aangeeft dat financiële markten de waarde van ESG-disclosures inzien. Er zijn een aantal problemen met ESG-disclosures, waarvan de belangrijkste wellicht de focus op intentie is in plaats van output of outcome. Bedrijven publiceren hun ESG-beleid en zetten daarmee het vinkje. De meeste bedrijven kwantificeren en publiceren hun duurzaamheidsresultaten, soms zelfs in verband met strategische en operationele doelen. Dat is output-rapportage, maar meestal dekt dit slechts een deel van de ESG-scope. Er is een groeiende behoefte aan outcome-rapportage en bovendien impactmeting, zoals Harvard-professor George Serafeim het verwoordt.
De Harvard Business Review heeft in de editie van september/oktober 2020 een artikel van prof. George Serafeim over ESG-integratie gepubliceerd. Op basis van academisch onderzoek ontdekte zijn Harvard-team dat er behoefte is aan ESG-integratie binnen bedrijven om ESG-kansen te benutten. Ze hebben 5 aanbevelingen rondom ESG geïdentificeerd:
- Strategische ESG-praktijken toepassen;
- Verantwoordingsstructuren voor ESG creëren;
- Bedrijfsdoel verbinden met ESG;
- Decentraliseren om ESG-strategie uit te voeren;
- Transparant zijn en rapporteren over ESG-prestaties.
De noodzaak van impactmeting
ESG richt zich op het minimaliseren van de schade die een bedrijf toebrengt aan de maatschappij en transparant hierover te zijn. ESG is ook investeerdersgericht, een manier voor een bedrijf om op ‘gestandaardiseerde’ wijze hun milieu- en sociale inspanningen te delen. Binnen bedrijven maakt ESG vaak deel uit van de afdeling Duurzaamheid, die het eigenaarschap deelt met het compliance-team. Het pleidooi van professor George Serafeim is om ESG echt in organisaties te integreren. Strategisch ESG gaat dus niet alleen over het minimaliseren van milieuschade, maar over het bouwen van een purpose en strategie om het positieve effect dat een bedrijf heeft op de samenleving te optimaliseren.
Deze oproep voor strategisch ESG lijkt deel uit te maken van een bredere discussie over bedrijfstransformatie naar meer duurzame inspanningen, CSR, gedeelde waarde en purpose-based business. Maar het verschil is de financiële invalshoek. Voor investeerders is ESG en de ESG-rating de enige ‘objectieve’ manier om ervoor te zorgen dat hun investeringen voldoen aan de huidige normen voor hoe bedrijven opereren of zouden moeten opereren. Zoals eerdere artikelen in deze serie hebben aangetoond, is er een beperking aan deze manier van ESG-beoordeling omdat het voornamelijk kwalitatieve informatie betreft. ESG moet worden gekwantificeerd om de prestaties van een bedrijf echt te kunnen beheren en benchmarken. Impactmeting en waardering van ESG-gegevens zullen helpen om de kwantificering te stimuleren.
Wat is impactmeting en -waardering?
Het meten van de maatschappelijke impact van een bedrijf en de waardering van die meting om impact in perspectief te plaatsen, kan helpen om het ongrijpbare te vatten en de Economische, Natuurlijke, Sociale en Menselijke waarde te begrijpen die een bedrijf creëert en onttrekt aan de samenleving. Het helpt risico’s in de waardeketen te signaleren en biedt een manier om een purpose-gebaseerde strategie op te bouwen. Kortom, Impactwaardering: meet de positieve en negatieve impact die een bedrijf heeft op de samenleving om de verbinding met de samenleving te optimaliseren.
In bedrijfsrapportages is het IRCC zes kapitalen model een veel gebruikt model om de milieu- en sociale effecten van een bedrijf en zijn impact te verduidelijken. Traditionele ESG-rapportage richt zich op de bedrijfsvoering. In de loop der jaren is de reikwijdte van ESG-rapportage uitgebreid naar meer (tot zes) kapitalen en breder door Input en Output van het bedrijf op te nemen. In de praktijk wordt de meest relevante impact van een bedrijf niet gekwantificeerd, maar slechts kwalitatief gerapporteerd. En nu ESG mainstream begint te worden voor bedrijven en investeerders, is dat een gemiste kans. Strategisch ESG heeft impactmeting en -waardering nodig om met investeerders de werkelijke maatschappelijke effecten van de activiteiten van een bedrijf te delen.
Problemen bij het kwantificeren van ESG-prestaties
Wij geloven dat impactmeting en -waardering belangrijk zijn om ESG van compliance naar strategie te brengen. Dit bevordert de afstemming tussen bedrijfsagenda’s en mondiale agenda’s (meer in Artikel 3). Bovendien is dit belangrijk voor investeerders om de waarde van een bedrijf echt te kunnen beoordelen. Door big data te gebruiken, kan een ESG-ratingbureau bepalen welke industrieën positieve milieu- en sociale effecten hebben. Maar binnen een industrie wordt het moeilijk, vooral met een groot aantal mogelijke investeringen. In de klassieke ESG-benadering was voldoen aan de regels voldoende. Maar zoals we in de vorige artikelen van deze serie hebben laten zien, is ESG een onderscheidende factor en zelfs een strategisch beslissingsinstrument voor een investeerder geworden.
Impactmeting en -waardering zijn echter niet altijd het antwoord. De moeilijkheid ligt in de berekening en benchmarking van de impact zelf (interessante discussies op de Harvard Idea Lab). Aangezien impactmeting nieuw is voor de wereld, zijn ook de beschikbare technieken en de toepassing van die technieken (en standaarden) nieuw. Het lijkt erop dat de E (environment) het gemakkelijkst is. CO2-uitstoot, zelfs in scope 3, is redelijk solide. Men kan ermee rekenen en beginnen met waarderen. Het vergelijken van de impact en vermeden milieueffecten is al voer voor discussie. Het vergelijken van de e-impact van het ene bedrijf met het andere, bouwt voort op deze discussie. KPI’s zoals koolstofefficiëntie per asset of product worden gebruikt, maar als een deel van de operaties van een bedrijf wordt uitbesteed, terwijl een vergelijkend bedrijf die operaties zelf uitvoert, is de vergelijking al moeilijk te maken. Zodra sociale elementen worden toegevoegd aan de impactmeting, directe en indirecte (bijvoorbeeld de milieu-, sociale en economische impact van thuiswerken als onderdeel van het productaanbod van Vodafone), kan impactmeting en -waardering niet worden gebruikt binnen ESG-beoordeling door investeerders. Het is gewoon niet objectief genoeg.
Als een bedrijf als onderdeel van hun ESG-prestaties impactmeting en -waardering publiceert, geeft dit twee inzichten:
- Dat bedrijf begrijpt het;
- De meting zal toepasbaar zijn voor toekomstige benchmarking van dat bedrijf.
ESG beweegt zich naar een meer strategische benadering. Niet alleen betere bedrijfsprestaties zijn de drijfveer hiervoor, maar ook grote investeerders (zoals Blackrock) verwachten dit. Om de ESG-prestaties van een bedrijf te begrijpen, zoeken deze grote investeerders naar nieuwe manieren om dit te beoordelen. Naast meer en betere ESG-data zien we ook dat de kennis van investeerders snel toeneemt. Voormalige CSO’s en duurzaamheidsdirecteuren worden aangenomen door investeerders en daardoor groeit de (interne) kennis. Dit vraagt om een solidere manier om transparant te zijn over de ESG-prestaties. Impactmeting en -waardering is het antwoord op deze oproep en leidt tot ESG-beleggen met impactmeting.
Over de auteurs:
Martin de Jong is oprichter van Empact, impact consultancy en werkt voor (internationale) klanten op het gebied van Societal Strategy, ESG en Impact Valuation. Hij is voormalig directeur Societal Value VodafoneZiggo en Sustainable Business Manager Vodafone PLC. Hij is gastdocent op verschillende universiteiten over duurzaam ondernemen.
Anne Rademaker is oprichter van Rademaker Consulting en werkt samen met strategische partners (zowel publiek als privaat) om de transitie naar een wereldwijde circulaire economie te versnellen. Anne werkt samen met Martin voor Empact’s ESG & Impact klanten. Ze is voormalig Senior Consultant bij EY met uitgebreide kennis op het gebied van Finance, Risk en Process management.