De Nederlandse economie draait op mensen, en steeds vaker zijn dat mensen van buiten onze landsgrenzen. Van kennismigranten uit India of China tot arbeidsmigranten uit Polen, Oekraïne en Bulgarije – in alle sectoren zijn ze onmisbaar. Ook in de visverwerkende sector. Volgens de Adviesraad Migratie zijn er inmiddels zo’n 800.000 arbeidsmigranten actief in ons land. Zij houden productieprocessen draaiende, vullen personeelsgaten op en zorgen ervoor dat bedrijven hun beloften kunnen waarmaken. Maar dan rijst de vraag: hoe zorgen we dat die bijdrage eerlijk verloopt?
Want ondanks alle mooie woorden en beleidsvoornemens blijven er hardnekkige signalen binnenkomen over misstanden. Uitbuiting, onderbetaling, lange werkdagen, slapen op de werkvloer – ja, zelfs in Nederland. De Arbeidsinspectie rapporteerde het afgelopen jaar opnieuw schrijnende situaties. En dat terwijl juist deze groep mensen ons door personeelsschaarste helpt overeind te blijven. Hoe kan het dan dat we hun positie zo weinig beschermen?
Beweging
Tegelijkertijd is er beweging. Wetgeving is aangescherpt, krapte op de arbeidsmarkt dwingt werkgevers tot betere omstandigheden, en steeds meer bedrijven beseffen dat goed werkgeverschap ook strategisch voordeel biedt. Maar de praktijk leert dat het verschil tussen papieren ambities en daadwerkelijke verbetering groot blijft. En dat vormt een risico – niet alleen voor mensen, maar ook voor de continuïteit van bedrijven zelf.
Volgens het CBS vertrekt meer dan 60% van de EU-arbeidsmigranten binnen vijf jaar weer uit Nederland. Niet alleen lopen daarmee waardevolle krachten de deur uit, maar ook opgebouwde kennis, ervaring en stabiliteit. Voor een sector als de visverwerking, waar flexibiliteit en vakmanschap samenkomen, is dat een kwetsbaar scenario. Zeker nu steeds minder mensen bereid zijn hun leven elders achter te laten voor werk in een koude fabriekshal – ook niet voor een goed salaris.
Tijd voor een andere benadering
Daarom is het tijd voor een andere benadering. De visketen heeft net als veel andere voedingsketens arbeidsmigranten keihard nodig, maar dan wel op een manier die toekomstbestendig is. Dat begint met het erkennen van hun waarde – en het aanpakken van de schaduwkanten van het huidige systeem. De meeste arbeidsmigranten worden via detacheerders ingehuurd. Veel doen hun werk goed. Maar we weten inmiddels dat er ook malafide tussenpartijen opereren. Zijn we bereid om dat hardop te benoemen? En om daar structureel op te controleren?
Extra uitdaging
Een extra uitdaging: veel migranten willen in korte tijd zoveel mogelijk verdienen en zo weinig mogelijk uitgeven. Huisvesting wordt dan voor de migrant een kostenpost, geen kwaliteitsvraag. Voor sommigen voelt dat als keuzevrijheid – maar in de praktijk leidt het vaak tot onmenselijke situaties. Dat er sprake is van uitbuiting van een deel van deze arbeidsmigranten, zien ze zelf niet altijd zo. En zolang ze zelf niet klagen en gewoon hard werken, is er voor veel bedrijven geen urgentie om actie te ondernemen.
Het kan anders
Toch kán het anders. Kijk naar OTTO Work Force, een klant van Empact, die arbeidsmigranten detacheert op basis van een andere filosofie: ‘We take care of our people.’ Geen loze slogan, maar een aanpak waarbij due diligence het fundament vormt. Een werkwijze waarin risico’s niet worden weggemoffeld maar benoemd, beheerst en geminimaliseerd. En met een duidelijke visie: werk en huisvesting moeten worden ontkoppeld – om echte keuzevrijheid en bescherming te garanderen.
Dat is geen zachte boodschap, maar wel een noodzakelijke. Want als we mensen nodig hebben om onze ketens draaiende te houden, dan moeten we ook verantwoordelijkheid nemen voor hun welzijn. Niet omdat het moet door wetgeving – maar omdat het fatsoenlijk is. En omdat het op termijn simpelweg de enige manier is om te kunnen blijven groeien.
De visketen van morgen is niet alleen schoon en efficiënt – maar ook eerlijk en mensgericht. De kaders zijn er. De voorbeelden ook. Wat rest, is de wil om te handelen. Zullen we daar dan maar mee beginnen?