Empact: ESRS-herziening moet strategisch nut versterken, niet verzwakken

De Europese Commissie is bezig met een herziening van de ESRS-standaarden (European Sustainability Reporting Standards) via de zogenaamde ‘Omnibus-voorstellen’. Het doel is om de rapportagelast voor bedrijven te verminderen. Als ESG-specialist heeft Empact gereageerd op EFRAG’s publieke consultatie over deze herziening.

Onze kernboodschap: de herziening gaat de verkeerde kant op

De voorgestelde vereenvoudigingen onder Omnibus 1 zijn in onze ogen een stap in de verkeerde richting. Ze verminderen weliswaar de administratieve last, maar ondermijnen tegelijkertijd de strategische waarde van ESG-rapportage. 

Even terug naar de redenen voor de CSRD en de ESRS. Europa moet, net als de rest van de wereld, duurzamer worden. In een groot aantal landen neemt de vervuiling toe, net als de ongelijkheid tussen mensen, bedrijven en regio’s. Het idee achter de CSRD is om bedrijven te verplichten transparant te zijn over duurzaamheidsprestaties (sustainability matters). Het gaat hier dus enkel om het bieden van transparantie, niet om de verplichting om daadwerkelijk duurzamer en eerlijker te ondernemen. De verwachting is dan dat als een bedrijf slecht presteert, de markt (en stakeholders) het bedrijf op termijn corrigeert. Zie de toelichting op de CSRD door de EU-commissie uit 2021. Het kan echter een lange tijd duren voordat bedrijven de enorme kansen herkennen die in dit krachtige raamwerk van EFRAG besloten liggen.

Bij Empact zien we daarnaast nog een aantal andere positieve ontwikkelingen:

  • De CSRD zorgt ervoor dat duurzaamheid onderdeel is van de directiegesprekken;
  • De CSRD geeft aanleiding en houvast om nu echt strategisch met duurzaamheid om te gaan;
  • “Wat wordt gemeten, wordt gedaan” gaat niet altijd op, maar er is een grote kans dat de CSRD en de ESRS hier wel voor gaan zorgen. Vrijwillig, maar met een directe lijn naar mogelijke reputatieschade.

Wij zien ook een aantal negatieve ontwikkelingen bij bedrijven en hun CSRD-verplichting. Veel bedrijven beschouwen CSRD als pure compliance. Binnen leveranciersketens worden allerlei soorten vragenlijsten verstuurd, accountants gaan met de ESRS in hun hand zelf letterlijk datapunten controleren en er zijn grote vraagtekens bij de definitie van sommige ESG-datapunten. Zo wordt iets wat fundamenteel klopt, een ware nachtmerrie voor bedrijven. De cijfers en de uitleg achter de cijfers worden alleen gebruikt voor het jaarverslag en daarmee is het afgedaan. Zoals een klant het verwoordde: “De CSRD is dus de nieuwe GDPR vanuit Europa.”

Hiermee missen een aantal bedrijven volledig de kans om vanuit een ander perspectief naar hun bedrijfsvoering te kijken. We schreven al eerder een artikel over de waarde van ESG voor bedrijven. Kortom, heel goed dat we met elkaar doordenken hoe we de CSRD en de ESRS wel relevant voor bedrijven kunnen maken.  De uitdaging is nu juist om ESG-rapportage te transformeren van compliance naar strategische kans, en geen EU-privacywetgeving 2.0 te worden.

Onze vijf aanbevelingen voor de herziening

1. Maak de dubbele materialiteitsanalyse praktischer

De huidige aanpak voor materialiteitsanalyse (DMA) voelt voor veel organisaties te kunstmatig aan. Het sluit onvoldoende aan bij bedrijfsprocessen en functioneert daardoor niet als een strategisch instrument dat zowel inside-out als outside-in perspectieven weerspiegelt.

Ons advies is om te beginnen vanuit de kernactiviteiten van het bedrijf: wat doet de organisatie, waar raken deze activiteiten aan ESG-thema’s, en wat zijn de geïdentificeerde risico’s en kansen?  De DMA-methode moet op basis hiervan worden herzien. Schaf dan ook meteen de I van de IRO’s af. Het zorgt voor verwarring want daarnaast wordt de term ‘Impact’ ook gebruik om ESG-impact, dat voortkomt uit de IRO’s te beoordelen. 

Maak ook geen onderscheid meer tussen Impact en Financiële materialiteit. In de praktijk is het kunstmatige onderscheid tussen ‘impact’ en ‘financiële materialiteit’ niet altijd zinvol. Maak impacts financieel relevant en vereenvoudig de onderverdeling in risico’s en kansen. 

2. Verminder de narratieve rapportagelast

De huidige “shall disclose” datapunten in de ESRS zijn te gedetailleerd en te prescriptief. We pleiten voor het beperken van de verhalende eisen tot één datapunt per Disclosure Requirement (DR) en voor het terugbrengen van het totale aantal DR’s.

We zien in de praktijk dat bedrijven uit de eerste rapportagegolf hun rapportages al integreren in leesbare secties waar governance, strategie, beleid, acties, targets en measures worden behandeld. Dit laat zien dat een te strikte scheiding van deze elementen niet aansluit bij de bedrijfspraktijk.

3. Scheid ESRS van andere EU-regelgeving

ESG-datapoints die voortkomen uit andere EU-regelgeving zoals SFDR, de EU-taxonomie of Pillar 3 (voor financiële instellingen) zouden optioneel moeten zijn binnen de ESRS. De standaarden moeten focussen op ESG-informatie die relevant is voor het bedrijfsmodel, niet op het naleven van andere regelgeving.

Wie is verantwoordelijk voor het aanleveren van de juiste financiële ESG-data — het bedrijf of de financiële instelling die van die data gebruik maakt? Als het de verantwoordelijkheid van het bedrijf is, kunnen zij besluiten deze informatie op te nemen. Zo niet, dan is het aan de financiële instelling hoe hiermee om te gaan.

Ja, dit kan extra werk betekenen voor grotere bedrijven (golf 1), maar het positieve effect is duidelijk: voor 90% van de bedrijven vermindert het de rapportagelast aanzienlijk.

4. Vereenvoudig de structuur van de standaarden

De relatie tussen de overkoepelende standaarden (ESRS 1 en 2) en de thematische standaarden (E1-E5, S1-S4 en G1) is verwarrend. Governance, bedrijfsmodel en materialiteitsresultaten zijn nu verplicht voor elk materieel thema en vallen onder ESRS 2, terwijl deze ook in de thematische standaarden terugkomen.

Door ESRS 2 te vereenvoudigen en meer gewicht te geven aan de thematische standaarden, ontstaat een logischer geheel dat beter aansluit bij de bedrijfsvoering. Governance, strategie en materialiteit zouden een algemeen beeld moeten schetsen, terwijl de gedetailleerde informatie in de thematische standaarden kan blijven. Door deze wijziging wordt meteen het aantal datapunten gereduceerd.

5. Interoperabiliteit met andere duurzaamheidsraamwerken

De EU zet de wereldwijde standaard voor ESG. We moeten ons realiseren dat de meeste internationale raamwerken beperkt zijn op hun inhoud. Zo is IFRS S1 en S2 (met TNFD en TCFD) veel kleiner dan de ESRS, waardoor de informatie van IFRS S1 en in mindere makte S2, in feite weinig waarde toevoegt. Hierdoor is het risico dat IFRS S1 en 2 alleen maar voor jaarrapportage wordt gebruikt. Een gemiste kans.

Hoewel GRI een sterke reputatie heeft, is het niveau van ESG-informatie relatief oppervlakkig. Het is niet opgezet als een bedrijfsgericht raamwerk, maar eerder als een manier om ESG-prestaties te etaleren. Dat gezegd hebbende, is GRI een goed startpunt voor bedrijven die nieuw zijn in ESG-rapportage. Het moet worden geïntegreerd in de ESRS, maar we moeten voorbij de beperkingen van dit raamwerk durven gaan.

Van compliance naar strategie

De bredere context van deze aanbevelingen is dat echte vereenvoudiging ESG-rapportage beter moet laten aansluiten bij gangbare bedrijfspraktijken. Door te focussen op materiële risico’s en kansen, ESG te koppelen aan financiële kerncijfers, en onnodige verhalende vereisten te beperken, kunnen we ESG verheffen van compliance naar strategie.

Dit zou bedrijven helpen om duurzaamheidsrapportage echt in te zetten als een instrument om prestaties te verbeteren — niet slechts als een administratieve last of afvinklijst. Alleen dan maken we van de ESRS en ESG in het algemeen een daadwerkelijke stimulans voor duurzame transformatie.

Dit artikel is gebaseerd op onze officiële feedback aan EFRAG over de herziening van ESRS.

Deel dit artikel

Recente nieuwsberichten

Onze klanten

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de laatste ESG-ontwikkelingen en ontvang vrijblijvend praktische inzichten die jouw organisatie vooruit helpen.